Op donderdag 21 juli vertrok ik met mijn 2 kinderen Driek (22) en Marie (21) naar Tanzania. We maakten voor het eerst een verre reis buiten het Europees continent. Naast het beklimmen van de Kilimanjaro en de stranden van Zanzibar, was voor mij het hoogtepunt het bezoeken van de school in Marambeka, met als girlshouse “Het Maaslandcollege”.
Ik kende dit project omdat we onze kerstacties op het Maaslandcollege in Oss een aantal keren voor Mazingira hebben gedaan. En Maria was ooit hier mijn buurvrouw en collega afdelingsleider.
Op donderdagmiddag 3 augustus bereikten we via de Serengetti Bunda, alwaar Simba en Kisaka al bij het radiostation ons stonden op te wachten. We kregen een rondleiding in het radiostation, ontmoeten medewerkers en zagen hoe zij het nieuws in de regio verspreiden.
Daarna gingen we inkopen doen op de markt in Bunda voor het avondeten bij Simba’s familie thuis in Marambeka. Een ware cultuurschok: vissen in jutezakken, vlees hangend in marktkramen, overal voedingswaren. Onze keuringsdienst van waren zou zijn handen vol hebben gehad.
Voor de middag had Simba motoren gehuurd voor ons en ieder sprong achterop, op weg naar de top van de berg, waar het radiostation zijn masten had. We ontmoeten daar ook de man die in zijn eentje in een piepklein huisje leefde op de top van de berg. Trouw aan het radiostation en tevreden met alle spullen die hij kreeg.
Vanuit deze plek hadden we een prachtig uitzicht over Bunda en het lake Victoria.
Na de superspannende tocht over zandpaden met keien en kuilen, omhoog en omlaag, een knap staaltje besturingskunst, kwam ik zichtbaar opgelucht weer in Bunda aan.
We vertrokken per auto naar Marambeka. Aanvankelijk over een mooi aangelegde weg, die overigens nog maar kort bestond, maar na 20 minuten ging deze over in een zandpad. De snelheid werd meteen een stuk minder. We zagen veel mensen die langs de kant van de weg liepen en af en toe reed ons een opgevoerde brommer voorbij. The “middle of nowhere” leek het wel. Totdat we in Marambeka aankwamen en we hartelijk werden ontvangen in het huis van Simba’s familie. Kinderen die buiten speelden in het zand, loslopende honden met nestjes jonge honden, kippen die over het erf liepen. Het was één en al bedrijvigheid daar buiten. Ook viel mijn oog meteen op de 2 witte stenen ophogingen op de achterplaats. Het waren de begraafplekken van de opa van Simba en Sjoerd, de zoon van Maria. Ik had hem ooit in mijn lessen verzorging op het Maaslandcollege gehad. Een slimme jongen, die wist wat hij wilde. Bijzonder om hem hier terug te zien op een fotootje op zijn graf. En dat wij zomaar deelgenoot mochten worden van hun gemeenschap, waar ze leefden, aten, speelden en werkten en waar de doden nabij de levenden waren. Een bokje sprong op het graf van Sjoerd, Driek zette zijn kopje op het graf en het gesprek ging gewoon door. Dat vond ik mooi en maakte indruk. “Zo hoort het toch te zijn”, dacht ik bij mezelf.
Simba liet ons van alles zien, dus ook het dorp Marambeka. We zagen naast het huis een voetbalveldje met allemaal jongens, die aan het voetballen waren. Een paar van hen hadden als taak het vee te hoeden, de anderen uit het dorp kwamen daar elke middag na schooltijd samen, zodat ze van de ´straat´ af waren. De meiden, die het in Nederland ook goed doen in voetbal, werden geacht mee te helpen in de huishouding en voor de kleintjes te zorgen.
We namen een kijkje in het “wijkgebouwtje”, naast de kapper. We konden er cola kopen. Weliswaar ongekoeld, maar dat was in deze omstandigheden geen enkel probleem. Inmiddels hadden zich een aantal jongens vanaf het voetbalveld bij ons aangesloten en het was leuk om hen zo blij te zien met hun cola.
Terwijl we langzaam weer terugliepen naar huis, kwam ons een stoet motoren tegemoet onder luid gejoel. Het waren jonge mensen. Ze waren op weg naar een begrafenis. Het leek wel een feest, zo anders dan hoe wij met afscheid en dood omgaan.
Elke keer als er een motor langskwam, sprongen we in de berm om zo toch maar wat minder stof te vangen.
Voor het eten ’s avonds kwamen uit alle hoeken de mensen aanschuiven: kinderen, buren, vrouwen. Het vlees en de vis van die middag in Bunda waren heerlijk bereid, samen met rijst en groentes, een overheerlijke gastenmaaltijd! De kleintjes lagen inmiddels te slapen op de bank, ze hadden hun ugali al op van te voren.
Na een heerlijk bed en de mogelijkheid je te wassen met koud én warm water vanuit 2 afzonderlijke tonnen, was er een ontbijt. We zouden als de taxi daar was, naar het schooltje gaan. Simba, Kisaka en de Esperanto-docent …… gingen mee.
Ondertussen zagen we in een apart kamertje een levende kip liggen, vastgebonden aan beide poten met een touw, in afwachting van zijn naderende einde. Het bleek de lunch te worden voor die middag!
Eenmaal aangekomen bij de school keek ik mijn ogen uit! Er was een gedragen stilte, alles liep in de lokalen zoals je verwacht. Stiller en gedisciplineerder dan in Nederland. Blauwe uniformen, wat meer meisjes dan jongens, meisjes met een kortgeschoren kapsel. Tot 18 jaar moeten de meisjes hun haar zo dragen, daarna mag het langer groeien. Ik wist niet precies waarom, maar mogelijk dat het de uniformiteit en de hygiëne bevordert.
We bezochten het kantoor van het hoofd van de school. Hij leidde ons langs de verschillende gebouwen. Allereerst zagen we de namen van de kinderen die geslaagd waren met goede cijfers. Een ranking, die wij hier in Nederland niet kennen, maar er spatte heel veel trots af dat zij dit met hun leerlingen hadden bereikt.
We liepen langs de verschillende lokalen. Raamkozijnen waren er wel, glas was niet nodig in dit Tanzaniaanse klimaat. Daarmee konden we ook horen hoe er les gegeven werd. Een docent las voor uit een methode, niet elk kind had nl. zelf boeken. De meesten hadden wel een schrift en schreven regelmatig hun aantekeningen daarin.
Rust en discipline kenmerkten het leerklimaat. In de lokalen natuur- en scheikunde waren op dat moment geen lessen. Ze waren prachtig gemaakt met hout en apparatuur.
Ook de dininghal, waar de leerlingen hun feesten vierden en ’s avonds te eten kregen, was een project van stichting Mazingira.
Tot slot mochten we naar binnen in het “Maaslandcollege”: de verblijfruimte van meisjes die intern zaten omdat ze te ver van school woonden. Slaapzalen, gescheiden door doeken van elkaar, met 4 leerlingen, vaak nog nr 5 die met een matras, als iedereen op bed lag, in de gang ertussen sliep. De koffers waren hun kast met kleding en spulletjes van huis.
In de eerste pauze kwamen de meisjes hun ontbijt ophalen: een soort melkpap. De meeste meisjes waren christelijk, een paar waren moslim. Dat kon je zien aan hun witte hoofddoek.
In de pauze was er van alles te doen buiten de klaslokalen. Zo was er ook een gemengde groep die zong en liederen instudeerde. Volgens Simba had het een christelijke intentie.
De buitentoiletten en de teacherhouses waren ook met het geld van de stichting Mazingira gebouwd. Het stond er allemaal goed onderhouden bij en Kisaka liet het vol trots allemaal aan ons zien, alsof het voor hem de dag van gisteren was.
2 Lokalen waren afgekeurd, de vloer was er al uit. Het plan hiervoor is dat het een studieruimte kan worden, waar leerlingen, ouders, en docenten kunnen komen studeren. Dat is het volgende project van Mazingira!
Eenmaal weer terug in Nederland drong de fundamentele ongelijkheid in de wereld tot me door. Waaraan had ik het te danken in Nederland geboren te zijn? En met hoe weinig geld konden zij in Tanzania al ontzettend veel? Ook zag ik dat de school in Marambeka afhankelijk was van inkomsten van elders. Naast de vernieuwingen via Mazingira was er nauwelijks iets gebeurd. Ook dat vond ik moeilijk om te zien. Je hoopt op de werking van een vliegwiel, maar waar moet het geld en de investering vandaan komen als er niets is?
In een telefoongesprek met Maria, eenmaal weer thuis, raakte me de opmerking van haar “Niets doen is geen optie meer voor ons!”. Dat is een krachtig uitgangspunt. In alle complexiteit van kolonialisme, slavernij, modern kapitalisme met alle klimaatproblemen tot gevolg, is het gemakkelijk om te verzuipen in grote systemen waar wij geen vat op hebben. Wíj hebben de wereld ongelijk verdeeld. “Niets doen is geen optie meer!”
18 Oktober 2023
Anita Klein Tuente